Een klein meesterwerk over groot menselijk lijden
El coronel no tiene quien le escriba (1961) vertelt het verhaal van een oude kolonel, die in een klein, anoniem dorp in Colombia leeft met zijn zieke vrouw.
Elke vrijdag gaat hij naar de haven om te kijken of er post voor hem is - een brief waarin eindelijk het pensioen wordt aangekondigd dat hem al jaren door de overheid is beloofd voor zijn militaire dienst.
Deze (minder bekende) voorloper van het magisch realisme en Márquez' latere meesterwerken ligt me na aan het hart. De roman verheerlijkt niet de armoede maar de morele kracht van de mens tegenover vernedering. De menselijke hoop blijft bestaan, zelfs in de grootste ellende. Het is een klein meesterwerk over groot menselijk lijden. In minder dan honderd bladzijden toont Márquez de kracht van hoop tegenover de stilte van onrecht.
De roman speelt zich af in het Colombia van 'La Violencia', een periode van burgeroorlog en politieke repressie na 1948, maar weerspiegelt de beklemming van Latijns-Amerikaanse armoede en bureaucratie die ook in de 21e eeuw nog steeds aan de orde is in landen als Honduras.
Synopsis
Een kolonel in het fictieve Zuid-Amerikaanse stadje Macondo wacht vergeefs op de brief met zijn pensioenbevestiging.