Een ongewone en rebelse autobiografie van een ‘enfant terrible’

Onder de noemer ‘je hoeft echt niet van de man of zijn politieke visie te houden om hem boeiend te vinden’ heb ik met groeiende belangstelling de autobiografie van Boris Johnson gelezen. En van genoten, moet ik eerlijk bekennen. Johnson mag zich dan soms als een losgeslagen projectiel gedragen, hij is ook een begenadigd schrijver en hij bewijst dat eens te meer in dit boek. Hij brengt het verhaal van zijn jaren als burgemeester van London tot en met zijn premierschap van het Verenigd Koninkrijk met verve, humor en zelfrelativering. Alleen al zijn eigenzinnige kijk op de coronapandemie (hij overleed bijna aan het virus) en zijn visie over Brexit maken dit boek meer dan de moeite waard.