Zelfhulp van bij de Romeinen

Marcus Aurelius Antoninus (121-180 n. Chr.), Romeins keizer van 161 tot 180, wordt beschouwd als de laatste grote vertegenwoordiger van de Stoa. Tijdens zijn veldtochten hield hij een filosofisch dagboek bij. Het is een oorspronkelijk titelloos en in het Grieks geschreven egodocument Τὰ εἰς ἑαυτόν (Ta eis heauton, "Aan zichzelf"). Marcus Aurelius beschrijft hoe men te midden van een conflict zijn gemoedsrust moet vinden en kan behouden door het volgen van de natuur als bron van begeleiding en inspiratie.
De stoa, vernoemd naar een galerij aan de agora van Athene waar de stoïcijnse leraars hun onderricht gaven, ontstond in Griekenland en is vooral bekend gebleven via werken van auteurs die in het Romeinse opereerden.
Er zijn enkele cruciale inzichten in de stoïcijnse filosofie: aan sommige dingen kun je iets veranderen, maar aan vele andere dingen juist niet. Maar wat je altijd kunt veranderen, is de manier waarop je oordeelt over wat gebeurt of niet gebeurt. Je krijgt dus een gereedschapskist, niet zozeer om de externe wereld te veranderen, maar om met die wereld om te gaan, om binnen de tsunami van gebeurtenissen rust te vinden - een afwezigheid van te positieve of negatieve inschattingen en passies. In ideale vorm bekijk je het probleempunt van alle kanten en inzicht leidt dan tot het milderen van de emoties.
Door zijn emoties te controleren kan de mens meer volgens de ratio leven - datgene wat volgens de stoïcijnen de menselijke natuur karakteriseert. Zo'n leven volgens de ratio helpt niet alleen het individu maar ook de maatschappij.
Gedachtegoed dat 2000 jaar oud is, bereikt vandaag een groot publiek. Wat is het toch dat de stoïcijnen in tijden van onzekerheid zo aantrekkelijk maakt? Marcus Aurelius Antoninus schreef in de jaren zeventig van de tweede eeuw. Het betreft hoogstwaarschijnlijk aantekeningen die nooit voor publicatie bestemd waren, maar die hij maakte om het eigen mentale huishouden onder controle te houden, de juiste principes voor ogen te houden, de richtlijnen die nodig waren om het dagelijkse, afmattende werk van de machtsuitoefening, het besturen van een rijk, draaglijk te maken. Ze zijn als door een wonder gespaard gebleven. We zien een geest aan het werk die zichzelf en de werkelijkheid genadeloos analyseert.
Deze aantekeningen zijn troostend én troosteloos. Het is verbijsterend dat ze gemaakt zijn door iemand die was 'verbannen' naar de top van de machtspiramide. De keizer van een rijk dat ons blijft achtervolgen.
Een voorsmaakje: "'s Morgens vroeg moet je tegen jezelf zeggen: vandaag zal ik mensen ontmoeten die bemoeiziek zijn, ondankbaar, agressief, onbetrouwbaar, jaloers, egoïstisch. Maar omdat al die mensen met ons verbonden zijn, omdat we deelhebben aan dezelfde rede, dat wil zeggen een klein stukje van het goddelijke in ons hebben, zijn we geboren, gedoemd om samen te werken. (...) We beschikken alleen over het heden. Het langste leven is niet beter dan het kortste. Doe wat je moet doen. Alsof het het laatste is wat je te doen hebt. (...) Mijn natuur is redelijk en sociaal. Als Antoninus beschouw ik Rome als mijn stad en vaderland, als mens de kosmos."
En zo gaat het verder...
Synopsis
Door de stoïcijnse leer geïnspireerde wijsgerige bespiegelingen van de Romeinse keizer (121-180 na Christus).