Een familiegeschiedenis getekend door kunst en oorlog
Paul Rosenberg, de grootvader van de Frans-Amerikaanse journaliste Anne Sinclair (°1948), heeft een bewogen leven geleid. Hij was Fransman en jood, een vooraanstaand kunsthandelaar, en een vriend van Braque en Matisse. Hij had zijn galerij in Parijs, in de rue La Boétie nummer 21, vlak naast het atelier van Picasso.
Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog vluchtte Paul Rosenberg naar de Verenigde Staten. Dit was mogelijk dankzij een visum van de Portugese consul die de kunsthandelaar met zijn familie via Lissabon de overtocht naar New York liet maken.
Met veel liefde en oog voor detail beschrijft Anne Sinclair in 21, rue La Boétie (2012) de omzwervingen en artistieke vriendschappen van een fascinerende man die moeilijke keuzes moest maken om te overleven. Het is een ontroerend eerbetoon aan haar grootvader, een man die leefde voor de kunst.
"Chaos de la réalité qui trébuche sur les souvenirs sucrés de l'enfance. Si j'étais journaliste, j'en ferais peut-être un livre..."
Synopsis
Anne Sinclair schetst het levensverhaal van haar grootvader Paul Rosenberg, die in een week tijd van een befaamde Joodse kunsthandelaar een berooide vluchteling werd.
