Magie à la Duizend-en-een-nacht in het Oostende van 'Schotse Schullen'
Schotse Schullen is na Oostendse Totjes (2024) de tweede verhalenbundel die Geert Barbier (Koningin der Badsteden, 1951) in een bijzondere Oostendse toonaard geschreven heeft. Het zijn doldwaze, sprookjesachtige vertellingen, ideaal voor bij het verorberen van totjes en Schotse schullen [in de zeewind gedroogde vis] op een terrasje.
Om je een idee te geven ... In het openingsverhaal ziet een marktkramer op een nacht, kort voor Kerstmis, James Ensor en Arno rondspoken bij het Duinenkerkje in Mariakerke. Verderop wordt een meermin een vliegend zeemeerpaard dat eenmaal aan land dankzij een portie Eau Thermale d’Ostende verandert in een wondermooie, zelfs zwoele vrouw. En wanneer Herr Seele aan zijn werktafel een getekende Cowboy Henk uitgomt en het gomsel wegblaast, belandt de stripfiguur in hoogsteigen persoon in de keuken bij Pierre, die een opmerkelijk idee heeft om dat varkentje te wassen.
Geestigheden, magie à la Duizend-en-een-nacht en spreektalig vertelplezier waaien je in overvloed toe in deze levendige verhalen. De kleuren spatten dan weer van Martine Dosselaeres mooie illustraties af.