Een oude man vecht in gedachten tegen aftakeling en verlies van waardigheid
Jeroen Brouwers' roman Cliënt E. Busken uit 2020 kreeg veel aandacht omdat het niet alleen literair bijzonder is, maar ook geldt als een soort "laatste woord" van de auteur, die er in 2021 de Libris Literatuur Prijs mee won.
Het boek vertelt het verhaal van E. Busken, een hoogbejaarde man die in een verzorgingstehuis verblijft.
Hij kan niet meer spreken, maar in zijn hoofd woedt een stroom van gedachten, herinneringen, observaties en oordelen.
Dit intrigerende boek bestaat volledig uit zijn innerlijke monoloog: een onafgebroken stroom, zonder hoofdstukken, vrijwel zonder adempauze.
De roman gaat niet enkel óver aftakeling, maar toont die ook in de schrijfstijl: grillige zinnen, herhalingen, uitroepen, gedachten die afbreken. Brouwers schrijft in een barokke taal voor alliteraties, herhalingen en ritmische patronen. Dit maakt het boek veeleisend voor ons als lezer, maar ook intens en meeslepend.
In zekere zin is Cliënt E. Busken zowel een portret van een man op de rand van verdwijnen als een taalkunstwerk dat zelf weigert te verdwijnen. Het is een roman die aftakeling en verzet tegelijk laat klinken - schrijnend, maar ook groots.
Synopsis
Een man, die in een zorginstelling hulpeloos zit vastgegord in een rolstoel, ergert zich aan het zorgpersoneel en de medebewoners.