HOE GROOT KAN JE GROEIEN, zonder vader?
NU IK JE ZIE
Ik neem een slok water,
maar het glas is leeg.
Ik lees het boek van Merlijn.
Merlijn Kamerling. De zoon van.
Antonie Kamerling. Vader en zoon.
Zij. Zijn. Waren. Geweldig. Bijzonder.
In hun zo anders, zo eigen zichzelf zijn.
Het gemis zit in zijn systeem.
Hij moest zijn vader missen, vanaf
11, nu, al meer dan 10 jaar geleden.
12 werd hij zonder.
Hij moest volwassen worden, groot, zonder,
zonder hem. En hoe groot kan je groeien,
zonder vader? Je eigen man proberen
worden, iemand zijn. Vooral toch
jouw eigen, echte, enige,
enig goeie zelf. Maar dat
ging niet zomaar vanzelf.
“Huil je nog wel eens, om papa?”
“Ja. Maar het lukt me vooral in mijn eentje.”
Vraagt de oom, de broer. Aan het neefje, de zoon,
volwassen intussen. Soms zijn we zo, zo
in ons eentje. Dat we bijna samen zijn
in ons alleentje, pap en ik.
Het is zo’n zonde. Dat
hij weg is. Al dat talent,
al die energie, al dat mooie
en grootse, al die kinderlijke
bijzondere vanzelfsprekendheid,
dat vader en die zoon, al zo’n gewone dingen,
zo vader, zo zoon, allebei. Opgegaan in eeuwigheid.
Vastgehouden. In een soort van altijd maar
verlangend vasthoudend loslatend
nu:
kom je me nog even vasthouden?
kom je nog even terug, zeggen?
tonen hoe het moet, man zijn?
mag ik paardjerijden op je rug?
Vaders, zorg goed voor je zonen.
kom je nog even zeggen hoe
ik verder moet, ik, hier, zo
alleen, met de rest van de wereld
het lukt me vooral in m’n eentje
Zorg goed voor jezelf.
(c) Werner Storms
27 januari 2022