150 jaar Maurice Ravel: tijd om zijn muziek te (her)ontdekken

Maurice Ravel is Ravel geworden met een zestigtal composities, en geen daarvan is dan nog van ruime afmetingen. Maar ze zijn alle op het repertoire gebleven. Men kent het antwoord van Ravel aan iemand die vroeg waarom hij zolang op één bladzijde piekerde: 'J'enlève des notes.' Bij Ravel denkt men aan het woord van Paul Valéry: 'Un artiste se mesure à ses refus.'
Gedurende de eerste dertig jaar van de twintigste eeuw was Maurice Ravel (1875-1937) toonaangevend in de Franse muziekwereld. Hij cultiveerde de Franse smaak en stijl op onnavolgbare wijze. Omtrent zijn persoonlijk leven was Ravel even discreet als over zijn muziek.
Aan de hand van het werk van Ravel schreef de West-Vlaamse hoogleraar, musicoloog en cultuurhistoricus Jules van Ackere (1914-2008) in 1987 een boeiend verhaal over een van de grote componisten van de twintigste eeuw.
Als geen ander verstond Maurice Ravel de kunst om traditionele stijlelementen met moderne ideeën te mixen. Vervelen doet Ravel nooit, want met elk werk hulde hij zich in een ander jasje. Daaronder klopt het hart van een briljant orkestrator, die zelfs in de meest extravagante bezetting de mooiste én diepst verborgen kwaliteiten van elk instrument wist uit te lichten. De klankvlakken die daaruit ontstaan, vormen geen psychedelische lappendeken maar mengen zich tot een regenboogkleurige swirl: een wervelende en unieke sound, onmiddellijk herkenbaar als 'Ravel'.
Dit sublieme en met talrijke foto's verluchte boek is niet bestemd voor specialisten maar voor een bredere kring van muziekliefhebbers en geïnteresseerden, voor wie de musicus tenslotte zijn werk laat uitgeven en uitvoeren. Jules van Ackere schreef een juweel van een boek over een visionaire goudsmid van klanken.