Kennis is niet de enige macht

De voorbije eeuw zijn we kennismensen geworden, aldus Paul Verhaeghe, terwijl we wijsheidsmensen zouden moeten zijn.
Al sinds jaar en dag proberen we de werkelijkheid te ontrafelen en te voorspellen. Ooit vonden we antwoorden in mythen en magische praktijken, sinds een paar eeuwen richten we ons op wetenschappelijk onderzoek.
In Wijsheid duidt psychoanalyticus en klinisch psycholoog Paul Verhaeghe onze complexe verhouding tot de werkelijkheid. Hij legt het onderscheid uit tussen kennis, die ons leven makkelijker maakt, en wijsheid, die ons helpt bij existentiële vragen. Tegen die achtergrond doemt het altijd aanwezige gevaar op van het geloof in de absolute Waarheid. Op dat altaar wordt zowel kennis als wijsheid geofferd, met gevolgen die niet te overzien zijn.
Kennis op zich kan ons geen betekenisvol leven bezorgen. Daarvoor hebben we iets anders nodig; wijsheid, waarin ethiek, kunst en religie elkaar vinden.
Paul Verhaeghe die we kennen van zijn trilogie Identiteit, Autoriteit en Intimiteit, waarin hij de neoliberale god van het geld op de korrel nam en wees op de nefaste gevolgen daarvan voor ons fysiek en psychisch welzijn, hanteert hier een breder perspectief. Hij gaat op zoek naar de dynamieken achter die evolutie en wijst ons erop dat het makkelijk is om onze handen te wassen in onschuld, en te beweren dat de gevaren van wetenschap en techniek wel door diezelfde wetenschap en techniek verholpen zullen worden, maar veel verder kom je er niet echt mee. Als we een betere wereld willen, zullen we onze handen net vuil moeten maken.